Zelf je auto wassen en poetsen: Wat heb je allemaal nodig?

Niets is zo fijn als een brandschone auto die glanst alsof hij net uit de showroom komt. Maar hoe krijg je dat voor elkaar zonder dat het voelt alsof je een hele dag in de sportschool hebt gestaan? Geen zorgen, met een beetje liefde, de juiste autopoetsmiddelen en een slimme aanpak is jouw auto in no-time weer in topvorm.
1. Eerst even de basis: wat heb je nodig?
Je auto wassen is niet hetzelfde als je afwas doen, dus laat dat afwasmiddel voor nu maar even in de keuken staan. Wat je wél nodig hebt, is een fijne autoshampoo die je lak niet beschadigt.
Pak ook meteen een paar emmers (eentje voor schoon water, eentje voor het uitspoelen van je spons of washandschoen), en een tuinslang of hogedrukreiniger om het ergste vuil alvast weg te spoelen. Oh, en als je denkt dat een oude vaatdoek of een schuurspons prima werkt—doe het niet! Een zachte microvezel washandschoen is hier een veel beter alternatief voor.
2. Voorbereiding is het halve werk
Voordat je enthousiast begint te schrobben, is het slim om je auto eerst goed af te spoelen. Als er zand of modder op de lak zit, en je gaat daar met een spons overheen wrijven, dan ben je eigenlijk gewoon je auto aan het schuren. En dat willen we natuurlijk niet.
Begin met de velgen, want die zijn vaak het meest smerig. Gebruik een speciale velgenreiniger en een borstel om het remstof en vuil los te krijgen. Daarna kan de rest van de auto afgespoeld worden.
3. De grote wasbeurt
Nu wordt het echt leuk! Meng de autoshampoo met water en ga met je washandschoen over de auto heen. Werk altijd van boven naar beneden, zodat je het schone water niet meteen weer vies maakt. En vergeet niet: regelmatig je washandschoen uitspoelen in de tweede emmer. Het is net als handen wassen; als je dat met modderige handen in een bak met schoon water doet, heb je binnen no-time een modderpoel.
4. Drogen als een pro
Auto schoon? Mooi! Maar als je ‘m nu gewoon laat opdrogen in de zon, krijg je strepen en vlekken en dat is nou net niet de bedoeling. Pak een grote, zachte microvezeldoek en droog je auto af met lange, vloeiende bewegingen. Sommige mensen zweren bij een waterbladertrekker, maar die kunnen soms minieme krasjes achterlaten. Wil je echt geen druppeltje meer zien? Blaas dan met perslucht of een bladblazer het water uit alle hoekjes en kiertjes. Het klinkt misschien overdreven, maar het geeft een perfect resultaat.
5. Tijd om te poetsen en te laten stralen
Als je de echte wow-factor wil, is het tijd om de lak te laten shinen. Een goede polish verwijdert lichte krasjes en haalt die diepe glans weer naar boven. Breng het in cirkelvormige bewegingen aan met een applicatorpad en poets het daarna uit met een schone microvezeldoek. Als finishing touch kun je een beschermende wax of sealant aanbrengen, zodat je auto langer schoon blijft en minder snel dof wordt.
6. Vergeet het interieur niet!
Een glanzende buitenkant is top, maar als je instapt en omringd wordt door kruimels, stof en koffievlekken, is dat een domper. Tijd om het interieur onder handen te nemen! Stofzuig eerst de vloermatten en stoelen goed. Gebruik een zachte borstel op de dashboarddelen om stof en vuil los te krijgen. En vergeet de ramen niet: met een goede glasreiniger zorg je ervoor dat je weer een perfect helder zicht hebt. Niets zo irritant als zonlicht dat net die vettige vingers op je voorruit benadrukt.
7. Kleine details maken het verschil
Nu je auto bijna klaar is, zijn er nog een paar kleine dingen die het afmaken. Breng een beetje bandenzwart aan op je banden, zodat ze weer mooi diepzwart lijken. Dit maakt echt een wereld van verschil!
Gebruik ook een interieurverfrisser voor die heerlijke nieuwe-autogeur. En als je echt alles uit de kast wil halen, kun je de kunststof delen aan de buitenkant behandelen met een trim restorer. Dit voorkomt dat ze dof worden en laat je auto er weer als nieuw uitzien.